Door Geert Wijnhoven
WIE
Elvira Stinissen (geboren 26 maart 1979 in Utrecht)
Getrouwd
Opleiding: Universiteit: Bestuurs- en Organisatiewetenschappen
Werkt sinds 2013 bij het ministerie van VWS als senior beleidsmedewerker op de directie Sport
Zitvolleybalt sinds 2001
LOOPBAAN
Speelde bij:
Volleer Utrecht/Leersum
Omniworld/Allvo Almere
VV Netwerk/ Pijnacker
Nu actief bij Allvo in Almere
Speelde 275 interlands van 2001 tot en met 2018.
Een aantal prijzen
Wereldkampioen in 2002 en 2006
Europees Kampioen in 2005, 2007 en 2009.
Bronzen medaille Paralympische Spelen van Beijing in 2008
Beste aanvalster tijdens EK in Slovenië in 2015
Gouden bondsspeld van de Nevobo in 2018
Privé
Vijf jaar getrouwd met Willem.
Bezig met de adoptie van twee kinderen uit Hongarije.
In het bezit van luidruchtige ‘parkieten’.
De 40-jarige Elvira Stinissen heeft een jaar geleden met een gouden bondsspeld van de Nevobo afscheid genomen als international. Maar de toekomst van ‘haar’ sport gaat haar nog steeds aan het hart.
Zitvolleybal bepaalde mijn leven
In hun huis in Den Haag, vertelt ze wat de sport voor haar betekent: “Zitvolleybal heeft in positieve zin mijn leven bepaald. Daardoor ben ik nu Vice voorzitter van de IPC Athletes Council, werk ik bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, heb ik kort voor de Nevobo gewerkt om het zitvolleybal te versterken, zit ik in het bestuur van het Europees Paralympisch Committee, doe ik eigenlijk alles met sport. Ach: eigenlijk zijn alle clichés van toepassing”, eindigt ze met een glimlach. Zoals ze praat, lijkt ze alles van een afstand te bekijken. “Ik ben zeker ook emotioneel, maar ik wil ook graag alles goed overdenken. Zo ben ik. Zo kom ik tot mijn beslissingen.”
Elvira is nogal van de stelligheden
Elvira heeft ook iets heel anders om over na te denken. Ze vertelt dat ze nogal van stelligheden is. Maar ook bereid is daarop terug te komen. Zo wil ze tot haar twintigste niks van relaties weten. Inmiddels heeft ze al zestien jaar een relatie met de man die als ICT-er bij La Place werkte en die zij ontmoette tijdens een bijbaantje bij de V&D. Ze wist zeker nooit te willen trouwen. Maar vijf jaar geleden is ze met Willem in het huwelijk getreden. En ze wist ook zeker dat ze geen kinderen wilde. Maar ook daar komt ze later op terug. “Ik heb laten onderzoeken of ons kind veel kans zou maken om ook geboren te worden met een afwijking aan één van de ledematen. Dat bleek niet het geval. Toch hebben we er niet voor gekozen zelf zwanger te worden. We willen heel graag twee kinderen adopteren, uit Hongarije. Hopelijk gebeurt dat binnen nu en twee jaar.
Poppen en barbies zonder benen
Elvira werd geboren met een ontbrekend bovenbeen. Ze vertelt: “Dat was niet voorzien, maar ook niet levensbedreigend. Het is gewoon een foutje van de natuur. Voor mijn ouders was de geboorte wel heftig. In het ziekenhuis in Utrecht werd ik gelijk bij mijn moeder weggehaald voor onderzoek. Ze heeft me de eerste anderhalf uur van mijn leven niet gezien. Dat was nog een beetje in die tijd, men wist niet goed wat er aan de hand was. Mijn ouders zijn er gelijk goed mee omgegaan. Had ze er zelf last van als kind? “In een doos zitten alle oude poppen en barbies van vroeger. Die missen allemaal één been.” “ Dat was dus normaal!
Lopen en rennen met prothese
Vanaf het moment dat Elvira als klein meisje kan lopen, loopt ze met een prothese. Had ik wel ieder half jaar een nieuwe nodig. Op school kon ik alles: lopen, rennen, klimmen, alles. Rond haar zevende levensjaar raakt Elvira wat teruggetrokken. Ze realiseert zich dat ze anders is dan de andere kinderen. Elvira’s ouders willen dat hun dochter iets gaat doen om dit een plek te geven. Ze gaat paardrijden. “Hier heeft sport gelijk een betekenis in mijn leven gekregen.”
Opmerkingen zijn vaak niet van de lucht
Met een aangeboren afwijking zoals Elvira heeft, kun je rekenen op de nodige blikken van onbekenden. En opmerkingen zijn ook niet van de lucht. Elvira: “Mensen zijn niet altijd even respectvol in de opmerkingen die ze maken. Ik heb het vaak heel irritant gevonden. Maar stel je voor, ze zeggen dingen als: ‘Kom je net van de wintersport terug?’ Maar ook, toen ik vroeger met een hoge prothese liep: ‘Ben je zwanger?’ Of in de lift: ‘Zo wat heb jij gedaan?” “Dat soort opmerkingen trek ik niet goed en ik reageer dan vaak direct, met als doel om de ander een ongemakkelijk gevoel te geven. Als kinderen iets vragen, vind ik dat prima. Die zijn eerlijk en lief. En als mensen op een normale manier een vraag stellen, geef ik ook normaal antwoord. Het is zeker geen taboe om erover te spreken.
Mee leren omgaan en doen wat je wilt
Na de middelbare school start ze met de studies Rechten en Nederlands, maar dit blijken niet de juiste keuzes te zijn. Uiteindelijk begint ze in Utrecht aan de studie Algemene Sociale Wetenschappen, hierin behaalt ze haar bachelor en haar master in Bestuurs- en Organisatiewetenschappen. Bij revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht praat ze met een sportconsulent over welke sport haar zou passen. “Ik wilde iets doen zonder prothese of rolstoel. Het werd zitvolleybal. Ik ontmoette Joze Banfi. Die was trainer bij Volleer en het Oranje team. Al vrij snel mocht ik meetrainen met het Nederlands team. Ik bleek goed te kunnen schuiven en blokken. Het was leuk om met mensen te sporten die zelf ook een handicap hadden, dat was ik niet gewend. Ik wilde altijd zo normaal mogelijk zijn en niets met handicaps te maken hebben. Totdat ik ging zitvolleyballen. Mensen zeggen weleens tegen mij: “Ah je bent ermee geboren, dan zul je het wel gewend zijn”. Het went niet, en ik hoef het ook niet te accepteren. Liever heb ik gewoon twee benen, maar je leert er zeker wel mee omgaan en alles te doen wat je wilt.”
Hij vroeg mij te kiezen voor de sport
Ze speelt drie jaar bij Volleer en het Nederlands team als dat zich kan plaatsen voor de Paralympische Spelen in Athene. “Dat is natuurlijk supergaaf. Maar ik had, totdat ik begon te volleyballen, niks met topsport. Ik vond het maar niks dat ik nog moest leren volleyballen en dan al naar de Spelen zou gaan. Dat vind ik gewoon een heel raar iets. Ik vond het ook vreemd als mensen onze sport binnen kwamen en het meteen maar normaal vonden om naar kampioenschappen en Spelen te gaan, zonder enige ervaring. Ik besloot niet mee te gaan naar Athene. Ik weet nog dat Joze Banfi tegenover me stond. Of nee, op de grond zat, natuurlijk. Hij vroeg me te kiezen voor de sport. Dat heb ik toen niet gedaan. Ik wilde me eerst verder ontwikkelen. Heb Banfi’s woorden wel in mijn hoofd gehouden. En ben in 2005 dan ook teruggekeerd in het team. In Athene hebben ze de zilveren medaille gewonnen. Ik heb er tot de dag van vandaag geen spijt van dat ik er niet bij was. Ik heb wel bewondering voor het team dat de zilveren medaille heeft gewonnen.”
Volle zalen in Beijing
Vier jaar later ging ik met het team naar Beijing. Het resultaat daar was initieel wel een deceptie. Elvira: “Wij wonnen eigenlijk altijd alles: EK’s WK, Intercontinental cup. In 2006 werd nog een belangrijke stap gezet. Zitvolleybal gaat van Nebas naar de Nevobo. Daardoor kregen we meer faciliteiten. Nog meer trainen, vijf dagen in de week. Zes maanden voor de Spelen rondde ik mijn studie af en kon me echt alleen maar op de sport focussen. De Spelen in Beijing waren een geweldige belevenis. Wij speelden altijd in een lege zaal. Daar was een megazaal en het publiek was heel erg enthousiast, ook al zijn ze mogelijk van de straat geplukt om te komen kijken,” zegt ze lachend. Het was een geweldige sfeer en een mooie ervaring.”
Ik geloofde niet meer
“We verloren echter met 3-2 van de Verenigde Staten in de halve finale. Daarvan herinner ik me het laatste moment nog heel goed. Ik moest gaan serveren. De laatste bal, het stond 10-14. Die ging onder in het net. Achteraf, na een gesprek met een sportpsycholoog, besef ik dat ik op dat moment niet meer echt bezig was met te willen winnen. Met het te geloven. Ons doel was goud. We waren er allemaal stuk van. Twee dagen later wonnen we brons tegen Slovenië. En die twee dagen tussen de wedstrijden hadden we echt nodig. Veel praten. Ik herinner me dat de coach tijdens de training na de nederlaag aan de andere kant van het net ging zitten en ons uitdaagde om alle ballen vol op hem in te slaan. Hij wilde mikpunt zijn. En dat heeft gewerkt. Nu ben ik nog altijd trots op de bronzen medaille die we hebben gehaald. Het halen van een medaille is geen vanzelfsprekendheid en zeker niet in een teamsport.”
Dalende resultaten
“Na de Spelen wilde ik door, een soort drang om toch die gouden medaille te willen winnen. Na Beijing kregen we een coach die nog meer verwachtingen had. Maar die werden niet gedeeld door alle spelers. Er waren te weinig spelers die er zoveel tijd in wilden of konden steken als nodig was om de plannen waar te maken. Als in het team niet alle mensen hetzelfde willen en doen, krijg je gedoe. En je kunt mensen die minder ambitie hebben niet zomaar uit het team zetten. Daarvoor zijn er te weinig mensen die geclassificeerd kunnen worden voor internationale toernooien. Aanvankelijk behaalden we nog behoorlijke resultaten. Wonnen het EK in 2009, werden vierde op het WK in 2010 en tweede op het EK van 2011. Op de Paralympische spelen in Londen 2012 werden we vierde. We verloren om de bronzen medaille tegen Oekraïne.”
40 jaar: genoeg geweest
In 2018 stopt de aanvoerster met het spelen voor het Nederlands team. “Het was mooi geweest. Ik ben 40 jaar. Ik heb een mooie carrière gehad, heb veel mooie dingen mee mogen maken en veel fijne mensen ontmoet. Het was ook een heel bewuste keuze om te stoppen na het WK in Nederland vorig jaar. Die keuze had ik een jaar eerder al genomen. Ik bemerkte dat mijn eigen ambities niet meer bij het nationaal team lagen, maar ergens anders. Ik wil verder doorgroeien en ontwikkelen in mijn werk bij het ministerie en in het werk om de Paralympische sport internationaal verder te verbeteren. Het was een mooi afscheid in Rotterdam waar ik een gouden bondsspeld kreeg.”
Mensen die je wegwijs maken
Joze Banfi speelt een grote rol in het zitvolleyballeven van Elvira. “Toen hij, 58 jaar oud, overleed in 2013 mocht ik op zijn begrafenis spreken. Hij was Sloveen. Als kind raakte hij bij een ongeluk beide benen kwijt. Hij was gedreven, gepassioneerd en een echte sportman. Hij zorgde ervoor dat ik in 2005 terugkwam bij het nationale team en heel bewust koos voor de sport. Geweldige man. Een aantal speelsters met wie ik jaren speelde, zijn voor mij belangrijk geweest: Paula List, Djoke van Marum, Karin van der Haar en Karin Harmsen bijvoorbeeld. Als je een sport gaat doen, heb je mensen nodig die je wegwijs maken. Die een beetje voor je zorgen en je leren hoe sporter te zijn. Het is fijn als je elkaar echt kent.”
Het is mijn leven!
Elvira Stinissen werkt in en voor de sport. “Inclusief sporten en bewegen, daar gaat het me om. Sport toegankelijk maken voor iedereen. Dus ook voor mensen met een handicap. Ik sport al mijn hele leven en blijf dat doen. Het ís mijn leven.”