Bescheidenheid siert de mens, zeggen ze weleens. Ron Durge is zo’n mens. Als zitvolleyballer heeft hij 175 interlands gespeeld, drie Paralympische Spelen meegemaakt (en zilver gewonnen), is Europees Kampioen en heeft op andere toernooien (waaronder WK’s) nog een handjevol podiumplaatsen behaald. Maar een bijeenkomst van de Volaren bijwonen…dat vindt Ron nog wel een drempel: “Daar lopen de echte topsporters rond, die het volleybal ontwikkeld hebben.”
Ik spreek Ron via Skype. Vanuit een hotelkamer in het Westen van het land (hij is als ICT-specialist gedetacheerd bij het Ministerie van Economische Zaken) vertelt hij me over zijn werk, zijn leven en zijn sport. Doorgaans is zijn woonplaats Katlijk, onder de rook van Heerenveen, waar hij met vrouw en kinderen in een mooie twee-onder-een-kap woning woont.
ICT is zijn brood, maar volleybal is (nog steeds) zijn leven, zij het nu als coach.
Ron is gehandicapt, maar zelf ondervindt hij daar nauwelijks hinder van. “Maar ja, als je me ziet lopen, denk je ‘wat lul je nou, het ziet er niet uit”. Maar ik heb eigenlijk geen fysieke beperkingen. Ja, hordelopen is wat lastig, maar verder heb ik geen last. Ik ben ook bij het ‘gewone’ volleybal begonnen. Want als iemand tegen me zegt dat ik iets niet kan, dan zeg ik ‘hoooo, wacht eens even, dat kan ik wel.”
ICT is zijn brood, maar volleybal is (nog steeds) zijn leven, zij het nu als coach.
Ron is gehandicapt, maar zelf ondervindt hij daar nauwelijks hinder van. “Maar ja, als je me ziet lopen, denk je ‘wat lul je nou, het ziet er niet uit”. Maar ik heb eigenlijk geen fysieke beperkingen. Ja, hordelopen is wat lastig, maar verder heb ik geen last. Ik ben ook bij het ‘gewone’ volleybal begonnen. Want als iemand tegen me zegt dat ik iets niet kan, dan zeg ik ‘hoooo, wacht eens even, dat kan ik wel.”
Flauwekul
Spina Bifida heeft ’ie, een ‘open rug’ in de volksmond, maar dan in een lichte vorm. “Hij zit echt laag, dus mijn onderstel is slecht ontwikkeld. Ik mis daar gewoon spieren. Ik moet er bijvoorbeeld echt aan denken om mijn knieën te buigen. Wat bij jou automatisch gaat, dat doet het bij mij niet.”
Op z’n 15e of 16e is Durge gaan volleyballen bij een club. Eerst gewoon trainen en daarna met vrienden competitie spelen. Op een gegeven moment zeiden mensen tegen hem dat hij gehandicapt was en dat hij moest gaan zitvolleyballen. “In eerste instantie zei ik ‘daar begin ik niet aan, flauwekul, ik ben niet gehandicapt’. Maar ja, toch een keer gaan kijken bij het zitvolleybal en dan merk je al gauw dat je daar beter mee kunt. In het volleybal heb ik gewoon wel alles gedaan, maar je hebt je beperkingen en je komt dus niet verder dan de 4e klasse, ondanks het feit dat je bloedfanatiek bent.”
dus werd het toch zitvolleybal: “Ik was vrij jong dus dan word je al gauw als talent gezien. En dat kietelt je natuurlijk ook wel een beetje. Al snel kwam ik bij het nationale team. Ik was toen ergens rond de 18 en het stappen begon toen net, dus de Spelen in Seoul heb ik daardoor een beetje verkloot. Daar heb ik wel spijt van. Toen ik een jaar later weer de kans kreeg, heb ik die wel gegrepen.”
Ziedaar het begin van een glansrijke carrière en een volle prijzenkast. Ron somt het palmares bijna argeloos op: “2e op de Wereldspelen, Europees Kampioen in ’91, ’92 zilver op de Spelen in Barcelona…even denken…in ’93 het EK, in ’94 derde op het WK. Toen richting Atlanta, daar werden we 4e, de ergste plaats, je kunt nog beter 9e worden want dan win je je laatste wedstrijd nog. Als je vierde wordt, verlies je je laatste twee wedstrijden.”
Na Sydney (7e plek) begon Durge al een beetje na te denken over de vraag of ie nog wel door zou moeten: “Je moet je voorstellen: mijn familie heeft niets met sport en mijn vrouw al helemaal niet. En in die tijd trainde ik gewoon vijf, zes keer in de week en deed ik ook nog een studie. Dus dat was afzien, zeker voor haar.”
Maar stoppen deed ‘ie niet. Durge ging nog even door. Nog even.
“We werden derde op het WK in Egypte en daarna ook derde op het EK. En we zouden nog één keer gaan voor de Spelen, in Athene dit keer, maar we werden 7e op het EK en misten daardoor de kwalificatie. Ik ben toen nog gegaan voor het WK in 2006 en nog een keer het EK omdat er veel geblesseerden waren. Maar in 2007 ben ik echt gestopt.”
Na Sydney (7e plek) begon Durge al een beetje na te denken over de vraag of ie nog wel door zou moeten: “Je moet je voorstellen: mijn familie heeft niets met sport en mijn vrouw al helemaal niet. En in die tijd trainde ik gewoon vijf, zes keer in de week en deed ik ook nog een studie. Dus dat was afzien, zeker voor haar.”
Maar stoppen deed ‘ie niet. Durge ging nog even door. Nog even.
“We werden derde op het WK in Egypte en daarna ook derde op het EK. En we zouden nog één keer gaan voor de Spelen, in Athene dit keer, maar we werden 7e op het EK en misten daardoor de kwalificatie. Ik ben toen nog gegaan voor het WK in 2006 en nog een keer het EK omdat er veel geblesseerden waren. Maar in 2007 ben ik echt gestopt.”
Genieten
Het volleybal heeft hem veel gebracht: “Bijna alles, zou ik zeggen. Het heeft me zelfvertrouwen gegeven. Mijn vrouw zegt weleens dat volleybal op de eerste plaats komt en zij op de tweede. Gelukkig hoef ik voor haar de keuze nooit te maken, maar dat zou ik wel moeilijk vinden. Volleybal is echt…het heeft mijn leven veranderd.” Op de vraag hoe de sport zijn leven veranderde, moet hij in eerste instantie het antwoord schuldig blijven. En vervolgens heeft hij een omweg nodig om uit te leggen dat hij daar eigenlijk nooit over nagedacht heeft: “Ik was daar eigenlijk nooit mee bezig. Als je als sporter in die flow zit, is het eigenlijk heel erg gewoon allemaal. Ik heb daar eigenlijk nooit van genoten. Pas achteraf besef je hoe mooi het was. De Spelen zijn natuurlijk echt mega-events. Daar zitten gewoon 100.000 man op de tribune. Ze klappen wel voor alles wat er gebeurt, want ze komen echt niet voor jou, maar dat is echt prachtig. Dat vergeet ik echt nooit meer. Zoals in Australië waar bij binnenkomst van het Australische team dat nummer ‘Down Under’ van Men at Work werd gespeeld…daar krijg ik nu nog wel eens kippenvel van, als ik dat nummer nu nog wel eens hoor. Dat is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als ik het er nu over heb word ik er weer enthousiast van. Dat heeft de sport me wel gegeven. Het was natuurlijk een mooi leven en ik heb een mooie carrière gehad. En ik heb er een gigantisch netwerk aan over gehouden, dat wel.”
Wennen
Als trainer probeert Durge nu die nalatenschap over te brengen op de generaties na hem. Dat heeft aanpassingen gevergd, vooral bij hemzelf: “Kijk toen ik, na Seoul verkloot te hebben, voor de tweede keer geselecteerd werd, ging er bij mij echt een knop om en ben ik serieus geworden. Alles moest wijken voor de topsport. Zelfs onze trouwdag werd op het volleybal afgestemd. We zaten voor de Spelen in Atlanta en we wilden trouwen. We hadden nog precies één weekeinde over en daarin MOESTEN we dus trouwen. We konden dat regelen en zo is het dus ook gegaan. Maar anders was het niet doorgegaan. En die instelling heb ik nog steeds: ik ga er nog steeds voor. Ik heb er als coach echt twee jaar aan moeten wennen dat mijn spelers dat niet altijd doen. En dat moet je accepteren. Misschien is dat de reden dat ik op dit relatief lage niveau ben blijven hangen. Dat is geen klaagzang, maar zo is het gewoon. Derde divisie/promotieklasse is een heel mooi niveau, zeker met mijn baan erbij. Naast trainer/coach bij SNVV in Sint Nicolaasga, ben ik drie jaar geleden een talententrainingscentrum begonnen in Akkrum. Daar trainen elke maand met 36 kinderen in de leeftijd van 13 tot 18 jaar. Maar ik zit ook weleens te denken dat ik ook een stap hoger zou willen maken. En waarom lukt dat dan niet? Omdat ik dan toch te sociaal ben, omdat ik toch kan accepteren dat ze niet zijn zoals ik ben.”
Wellicht heeft zijn handicap daar ook wel wat mee te maken. “Ik heb me eigenlijk altijd alleen aan mezelf opgetrokken, voorbeelden of rolmodellen heb ik eigenlijk nooit gehad. Als ik iets in mijn hoofd heb, ga ik er ook helemaal voor. Maar een handicap betekent ook dat je altijd extra je best moet doen, je extra moet bewijzen. Dat heb ik van jongs af aan gedaan, bij voetbal bijvoorbeeld. Zonder op jezelf te vertrouwen kom je er dan niet. Vervolgens moet je natuurlijk op de goede momenten de goede mensen tegenkomen, mensen die het in je zien zitten.”
Waarde
Het heeft hem ook wel gestoken dat de volleybalwereld het zitvolleybal niet altijd op waarde heeft geschat. “Het is jarenlang als gehandicaptensport gezien. Maar het is geen gehandicaptensport, als in een sport waaraan alleen maar gehandicapten meedoen. Zo is het wel begonnen, maar nu zijn het gewoon mensen met een beperking die volleyballen. Het zijn ook topsporters, die er alles voor doen of laten. En gelukkig ziet de Nevobo dat ook; voor de Bond is het gewoon de derde pijler, naast zaal en beach. Het is weliswaar een klein pijlertje, maar het wordt wel als zodanig benoemd. Het heet overigens tegenwoordig paravolleybal, maar dat vind ik een belachelijke term. Het is gewoon zitvolleybal.”
De Volaren
“Ik heb lang getwijfeld of ik lid zou worden van de Volaren. Dat is toch weer stukje bescheidenheid van mijn kant van ‘ja, hallo, hier hoor ik als zitvolleyballer niet thuis’. Want ondanks het feit dat ik drie Paralympische Spelen heb meegemaakt en EK’s en WK’s, kijk ik gewoon op tegen de Peter Blangé’s van deze wereld. Dat zijn voor mij gewoon de topsporters en ik vind dat ik me daarmee niet kan meten. Dat was voor mij een reden om het niet te doen. Aan de andere kant heb ik altijd gevochten om het zitvolleybal in de schijnwerpers te krijgen en dan is zo’n club wel een mooi gremium om dat toe doen. Dus ben ik toch lid geworden. Maar het bezoeken van een bijeenkomst heb ik heel lang een drempel gevonden. Niet omdat ik gehandicapt ben, maar wel omdat ik vind dat ik daar een hele vreemde eend in de bijt ben. Daar lopen al die toppers rond, die het volleybal ontwikkeld hebben en hebben meegedaan aan de echte Olympische Spelen. Alhoewel ik er net zo hard voor gewerkt heb. Ik heb trouwens ook geprobeerd om meer zitvolleyballers mee te krijgen, maar dat lukt me nog niet.”
Bescheidenheid siert de mens, maar kan ook onzichtbaar maken.
Het wordt dus tijd dat de zitvolleyballers hun bescheidenheid laten varen.
Het wordt dus tijd dat de zitvolleyballers hun bescheidenheid laten varen.