“Het gebruiken van de kennis en ervaring van de oud-internationals is voor de volleybalwereld een geweldige kans om het algemene niveau te verhogen, het draagvlak te vergroten, het netwerk uit te breiden en de volleybalorganisatie te versterken. Het is gewoon noodzakelijk om de kennis van onze oud-internationals te gebruiken” Dit zei de nieuwe voorzitter van Nevobo Peter Sprenger tijdens een door het bestuur van De Volaren georganiseerde brainstormsessie met leden van het Comité van Aanbeveling en de leiding van de Nevobo.
Het bestuur van De Volaren liep al enige tijd rond met het plan een bijeenkomst te organiseren met het bestuur van de Nevobo en leden van het Comité van Aanbeveling om van gedachten te wisselen over de rol van de Volaren in het Nederlandse volleybal. Volaren-lid Henk Markerink en directeur van de Amsterdam Arena bood aan om hiervoor een ruimte in de Arena beschikbaar te stellen in combinatie met het bezoek aan een wedstrijd van Ajax. De bijeenkomst vond plaats op dinsdag 26 januari 2016. Kees Koomen, voorzitter van De Volaren, legde de aanwezigen een aantal stellingen voor.
Tijdens de bijeenkomst reageerde Peter Sprenger op een oproep van Peter Blangé: “Nevobo, gebruik de expertise die in dit gremium aanwezig is ter versterking van het volleybal”. Blangé zei dit aan de hand van een hem voorgelegde vraag hoe oud-internationals meer kunnen bijdragen aan een goede volleybalbond. De Nevobo-voorzitter vond ook, dat de verenigingen moeten worden versterkt. “ Topvolleybal kan niet zonder een goede eredivisie. Wij als Bond moeten de verenigingen helpen met kennis die nodig is om hun lokale netwerk van bedrijven, overheden en onderwijs verder te versterken. Dit wordt voor de Nevobo een belangrijke investering”.
Te weinig jongens
Ook Bram Ronnes en Jeroen Bijl (NOC+NSF) vonden dat aan de onderkant moet worden begonnen. Ronnes vond ook de verhouding jongens – meisjes zorgwekkend. “Te weinig jongens worden volleyballer. Voor hen is het imago van volleybal niet aantrekkelijk” . Ron Zwerver vond dat het volleybal voor de jeugd niet meer stoer en cool voelt. “Creëer helden, laat zien dat het een keiharde mannensport is. Zorg dat het imago verandert” . Ronnes: “Inderdaad onze topvolleyballers zijn te vergelijken met tienkampers. Ze moeten alles kunnen. Ik mis dat besef”.
Peter Sprenger, zelf marketingman en dan met name in de moderne en sociale media, vond dat men niet somber hoeft te zijn. “Met twee geweldige toernooien in het afgelopen jaar heeft de Nevobo laten zien een stabiele organisatie te zijn. En dat willen sponsors ook. Zij happen op stabiliteit en rust. Daarom zeg ik: hou de rijen gesloten, straal eenheid uit” . Hierop haakte Henk Markerink in met de oproep om een visie en doelstellingen aan te geven. Bij sponsors gaat het niet meer om enkel een reclamebord, maar om visie, innovatie en een goede organisatie. Ik zou hier in de Arena dolgraag een nationale volleybalmanifestatie willen hebben, maar de organisatie is er niet. Zonder organisatie mis je kansen”.
Totaalverslag
Zo kwamen er nog talrijke ideeën en suggesties over tafel omdat ook aan Jeroen Bijl (NOC+NSF), Saskia van Hintum, Peter Blangé, Ron Zwerver, Bram Ronnes, Martje de Vries en Jan Posthuma (over problemen in het noorden) een stelling werd voorgelegd, waarop zij met interessante reacties kwamen. Die worden samengevat in een totaalverslag dat de leden van De Volaren t.z.t. wordt toegestuurd. Maar de discussies en suggesties vragen om een vervolg. Daarom zei Henk Markerink bij de afsluiting: “Laten we dit overleg het Arena overleg noemen. Hier worden oplossingen aangedragen, hier wordt men beter van en zo’n overleg kan altijd hier. De deur staat hiervoor altijd open”. Duidelijk was dat er voor De Volaren heel wat schone taken liggen.