Opgetekend door Geert Wijnhoven
Met dank aan Cor Brouwer, Bert Goedkoop, John Groen, Eddo Mondriaan, Fransje Murphy, Hidde van der Ploeg, Kees Tinga, Harry Veldhuis en Piet Wassenaar
Wie?
Bram Vermeulen
Geboren 13 oktober 1946 in Den Haag
Overleden op 4 september 2004 in San Dalmazio, Italië
Volleybalde van 1959 tot in 1969
Speelde 53 interlands tussen 1965 en 1968
ENERGIEKE ONVERSTOORBARE ELEGANTE DANSER OP VOLLEYBALVELD
BRAM VERMEULEN; STOPT 22 JAAR OUD; 53 INTERLANDS
Zijn naam staat in menig geheugen gegrift. Als helft van een baanbrekend theaterduo. Als muzikant. En ook als volleyballer. Maar je moet ouder dan 50 jaar zijn om te kunnen beweren dat je hem ooit op een volleybalveld bezig hebt gezien. Op die keer midden jaren tachtig na dan. Toen Martinus superieur de landskampioenschappen aan elkaar reeg en bij een van die serie kampioenswedstrijden de bijna 40-jarige Bram uitnodigde om nog zijn balletje mee te slaan. Als volleyballer maakte hij toen niet veel indruk, hetgeen Martinus overigens niet verhinderde om landskampioen te worden. Als muzikant heeft hij veel meer sporen nagelaten. En dat heroïsche verhaal begint met zijn verbintenis met Freek de Jonge. De twee vormden tussen 1968 en 1979 het roldoorbrekende ‘cabaret’-duo Neerlands Hoop. Hij bleef daarbij wel in de schaduw van het grote ego van Freek. Daar zei hij zelf later over: “De ontwikkeling van Neerlands Hoop was de ontwikkeling van Freek. Pas daarna begon mijn ontwikkeling.” In maart 2018 presenteerde Freek de Jonge bij het vijftigste geboortejaar van Neerlands Hoop (in Bange Dagen) een ‘oeuvrebox’. Natuurlijk voor zijn eigen gerief. Maar ook om de rol van Bram in hun samenwerking nadrukkelijker voor het voetlicht te brengen.
In zes jaar naar Eredivisie
Eddo Mondriaan was klasgenoot van Bram Vermeulen, van kleuterklas tot en met het Haags Montessori Lyceum (HML): “Bram was van alle markten thuis. Sportief, intelligent, muzikaal en creatief. Bij hem thuis in de Morelstraat in Den Haag was het een gezellige boel. Ik herinner me dat hij stripverhalen tekende, terwijl hij zich begeleidde met geluiden die hij zelf maakte. Op de lagere school volleybalden we al. Op HML herkende Kees van Zweeden het talent. Er werd een vereniging opgericht, die werd ingeschreven bij de junioren. Daar waren we veel te goed. Zo kwamen we in de derde klasse afdeling Den Haag. In zes jaar stroomden we door: in 1966 kwamen we in de eredivisie.” Eddo en Bram kwamen samen in vertegenwoordigende teams: het Haagse team tot het met het Nationale Jeugdteam: “We gingen naar de Europese Jeugdkampioenschappen in Boedapest. Met Bram en een aantal anderen zochten we op een avond vertier. Dat viel niet mee in 1966 in Hongarije. Uiteindelijk kwamen we in een bar. Bram kwam achter de piano van de band terecht. Hij speelde nummers van de Beatles. Daar waren de aanwezige partijbonzen niet blij mee. We moesten de bar uit. En werden met een auto gevolgd tot in ons hotel.”
De wegen van Bram en Eddo scheidden toen Bram naar het Amsterdamse AMVJ vertrok terwijl Eddo bij Blokkeer in Den Haag ging spelen. Eddo: “Als hij optrad in Gouda, gingen we na de voorstelling herinneringen ophalen.”
Eerste interland toen hij 16 was?
Vlak voordat Bram Vermeulen stopte als volleyballer, werd hij uitgeroepen tot beste speler van West-Europa. In die tijd was serieus meten met de fulltimers uit landen als Rusland, Tsjechoslowakije en Polen onmogelijk, vandaar dat het begrip ‘beste van West-Europa’ überhaupt bestond. Als je al stopt op je 22ste en iedereen (vervolgens?) gaat roepen dat je het grootste ‘omnivoren’ talent ooit was, ontstaan er nogal wat opgeklopte en niet met feiten te controleren verhalen rondom je persoon. Een heel opvallende is de ‘wetenschap’ op het internet dat Bram op zijn 16de begon met zijn interlandcarrière. Als dat waar is, zal hij ongetwijfeld de enige man zijn die zich daarop kan beroemen. Een van zijn eerste coaches, Hidde van der Ploeg, twijfelt eraan. Hij herinnert zich het landskampioenschap met het Amsterdamse AMVJ in 1969. Dat was de eerste keer dat zij met die eer gingen strijken, waarschijnlijk toen al met de Technische Unie als sponsor. Hidde weet wel zeker dat Bram met het Nationale Team meespeelde in Turkije in 1967. Daar was Hidde als journalist. Maar dat lost de vraag niet op. Want uit ‘harde’ gegevens blijkt dat Bram toen al bijna aan het eind van zijn loopbaan was met dik 50 interlands. De leeftijd van 16 ligt getalsmatig niet zo voor de hand. Het Nederlands team speelde in die tijd zo’n 14 interlands per jaar. Dus een debuut op zijn achttiende ligt meer voor de hand. Overigens zijn ook daarin niet zo heel veel spelers hem voor- (of na-)gegaan.
Wel taxi; geen basis
Cor Brouwer speelde vaak tegen Bram Vermeulen. In 1963 zaten ze samen in het Haagse Jeugdteam, dat kampioen van Nederland werd. In 1964 samen onder Henk Hoogerwaard (overleden) in het districtsteam West III. In 1965 samen in het Nederlands Studententeam, onder leiding van Hidde van der Ploeg. Daarna werden ze onder Henk Blok met het Nederlands team West-Europees kampioen in België. Dat was in 1965. Cor ging naar het Haagse Blokkeer. Bram naar het Amsterdamse AMVJ. “Bram was altijd aanwezig. Hoorden we zijn stem niet, dan was hij in slaap gevallen of hij had een piano gevonden waarop hij zich kon uitleven in de muziek.”
Op tijd komen was niet Bram’s sterkste punt, zegt Cor Brouwer: “Hij miste een keer de bus van het logeeradres naar de zaal. Hij was slim genoeg om een taxi te nemen. Was hij toch nog op tijd. Verbaasde hij zich dat hij niet in de basis stond.”
Cor herinnert zich ook hoe Bram samen met Freek de Jonge als Neerlands Hoop in Bange Dagen optrad tijdens de Nederlandse Studentkampioenschappen (NSK) in Groningen. Volgens hem vond iedereen het geweldig. Cor denkt dat die reactie zijn keuze om met Freek door te gaan in plaats van met volleybal makkelijker gemaakt heeft.
Op ritme tamboerijn
Piet Wassenaar herinnert zich een Duits programmaboekje waarin Bram Vermeulen op dat moment 39 interlands achter zijn naam heeft staan. Dat is begin 1968. Piet: “Ik herinner me zijn klaterende lach. Hij was altijd zeer aanwezig. Ik kende hem van het Haags juniorenteam, vooral met leerlingen van het Montessori Lyceum. Zij werden getraind door Kees van Zweeden en grote concurrent van ons Rotterdamse team. Wij moesten lachen om hoe Van Zweeden het aanpakte. Volgens de verhalen liet hij ze oefenen op de maat van een tamboerijn. Feit is dat ze niet te verslaan waren. Bram was alles in één: atletisch, technisch, fanatiek, slim en plagerig. Onder het net door verbaal jennen, dat deed hij graag. Ik herinner me ook dat we op toernooi in Israël waren. We zaten op een avond in een nachtclub. Daar ging hij achter de piano. Zong samen met Bert Aalbers (US, lang haar, baard, brilletje, meer dan twee meter, banjo over de schouder en ook overleden) de sterren van de hemel. Ze haalden daarmee de volgende ochtend zelfs de plaatselijke krant.”
Nog drukker dan ik
Als je de verhalen hoort, vraag je je af of bij Bram tegenwoordig de diagnose ADHD of een aanverwante stoornis geconstateerd zou zijn. John Groen kwam in 1967 bij het Nederlands Team. “Ik lag op de kamer bij Bram. Die was er toen al een tijdje bij. Ik denk dat het team na de Olympische spelen van 1964 in Tokio is aangepast en dat Bram er daarna bijgekomen is. Wij werden in 1967 na de Zesdaagse Oorlog met een man of negen samen met Belgen door Israël uitgenodigd. Ik zie Bram daar meteen in een hotel achter de piano kruipen. Met Kees Tinga en Bert Aalbers. Deed ie altijd. Ging hij liedjes zingen. Ik herinner me dat hij zich liet inspireren door mijn afkomst. Ik kwam uit Leeuwarden. Deed hij mijn noordelijke accent na. Legde hij de klemtoon bij het woord Leeuwarden net even anders, zoals wij dat doen in het noorden. Was leuk. Vond iedereen. Ik ook. Ik was druk, Maar hij was nog veel drukker. Aan tafel was hij op zijn eentje 50 procent van de tijd aan het woord. Dat was gezellig; hij gaf reuring.”
Alleen spelverdelers wisselen
John Groen: “Als speler was Bram compleet. Hij was spelverdeler. Daar hadden we er drie van: Geert Trompetter, Richard Onnes (overleden 2016) en Bram. Onnes was ook een behoorlijke aanvaller en Bram een heel goede verdediger. Op mijn eerste trip met het Nederlands team in Augsbrug zag ik dat coach Henk Blok niet wisselde. De anderen vertelden me dat ik er het eerste jaar niet op hoefde te rekenen om mee te spelen. Alleen bij de spelverdelers kwam hij er blijkbaar niet uit. Daar speelden er wisselend twee van de drie. Ik herinner me wel dat na enige tijd Bram steeds vaker afwezig was. Snapte wij niks van. Wie liet nu volleybal lopen voor iets ‘belangrijkers’? Van Neerlands Hoop in Bange Dagen had nog niemand echt gehoord.”
Korte steek van Bram
Kees Tinga herinnert zich hoe Bram in de zomer van 1967 binnenwandelde bij AMVJ/RC (Reva Combinatie). “We speelden met Hans Jansen, Jaap Korsloot en Harry Veldhuis. Geert Trompetter en Hans Lodder kwamen van Olhaco uit het Drentse Hoogeveen. Bram was bij HML uitgegroeid tot het grootste volleybaltalent van ons land. Hidde van der Ploeg werd onze trainer. Wij wilden de jarenlange hegemonie van DES/Blokkeer uit Den Haag doorbreken. Die werden vijf keer achtereen kampioen van Nederland. We leerden een nieuwe manier van blokkeren: meer snelheid en hoogte. Geert en Bram bedachten nieuwe aanvalscombinaties, die het hoge spel van DES moesten ontregelen. Zo ging Bram een korte steek-set-up uitproberen. Dat werd een van de sterke onderdelen van mijn eigen aanvalsrepertoire.”
Bram’s mooiste sportmoment
Kees beschrijft hoe het Nederlandse volleybal zich in die tijd ontwikkelde. “De ploegen waren nog maar met zijn achten en trainden niet meer dan twee keer per week. We oefenden extra door vriendschappelijke wedstrijden. Tegen Brabo en Hoevoc uit België en Tourcoing uit Noord-Frankrijk. We speelden ook steeds vaker tegen teams vanachter het IJzeren Gordijn, die we steeds beter partij gaven. Een enkele keer wonnen we zelfs. Bram was enorm enthousiast en gedreven. Van Blokkeer winnen, en landkampioen worden, leek wel zijn hoogstpersoonlijke missie. Toen hij met Freek ging optreden, was hij er na de wedstrijden altijd als een raket vertrokken. Maar stoppen met volleybal deed hij echt pas nadat het kampioenschap van Nederland was behaald. Dat gebeurde op 22 maart 1969. In het eerste seizoen van de nieuwe AMVJ-ploeg had Blokkeer nog aan het langste eind getrokken. En in de eerste wedstrijd van seizoen 1968/1969 hadden de Hagenezen ook nog gewonnen. Maar op die zaterdag in maart volgde de kentering. In de Amsterdamse RAI zaten 2.500 toeschouwers. We wonnen met 3-2. Dankzij het machtige hoge werk van Hans Jansen en de energie van Bram Vermeulen. De foto van de vreugdesprong van Bram na het laatste fluitsignaal is iconisch. Volgens mij was dat Bram’s mooiste sportmoment.”
Huwelijk tot de grond toe afbreken
Coach en Journalist Hidde van de Ploeg herinnert zich dat hoofdaanvaller Hans Jansen ging trouwen: “Hij vroeg Bram, die deel uitmaakte van het team sinds hij in Amsterdam studeerde, om samen met vriend Freek het feest op te luisteren. Ik wist dat het duo een ‘studentencabaret’ vormde. Maar dat Freek onze wedstrijden in het ouwe AMVJ-gebouw aan het Leidsebosje vanaf de bescheiden tribune nogal eens volgde, was me tot dat moment ontgaan. Als coach van het team had dat ook niet echt mijn interesse. Als Bram maar week in week uit zijn voortreffelijke kwaliteiten als allround top-volleyballer manifesteerde. Het feest was in volle gang toen Bram plaats nam achter de piano en in een duet met zijn gabber het fenomeen huwelijk tot de grond toe afbrak. Nog steeds kan ik me de verbijstering op de gezichten van de familieleden, vrienden en relaties van het paar bij deze ongehoorde interpretatie van het begrip ‘opluisteren’ voor de geest halen. Ik besefte: dat duo komt er wel. Toen we enige tijd later op een zaterdagmiddag de finalewedstrijd om de nationale volleybaltitel wonnen en Bram onmiddellijk na afloop samen met Freek gehaast vertrok voor een optreden elders in het land, had ook bij mij eindelijk de kennis postgevat dat het duo er al was. Wat het einde betekende van een onbegrijpelijk ‘inzichtshiaat’ van een man die ooit getuige was geweest van de opkomst van een cabaret als Don Quishocking en ook het Lurelei al vroeg in de gaten hield. Ik beterde mijn leven en miste jarenlang geen voorstelling.”
Eerst de piano dan goed spelen
Hidde maakte zich ook weleens zorgen over de zaken waaraan Bram Vermeulen zijn energie besteedde: “We waren in Parijs met de Nationale Jeugdploeg in Stade de Coubertin. Bram ontdekte een piano in de hal van het hotel. Hij ging helemaal los. Ik dacht: wat een verspilling van energie en concentratie. Maar ik snapte ook dat het kwaad bloed zou zetten bij het team als ik in zou grijpen. Een uurtje later speelde hij een dijk van een wedstrijd.”
Harry Veldhuis, naast Bram in het veld bij AMVJ, herinnert zich Bram’s wapperende manen: “Hij was expressief en extravert. Hij had ook een groot ‘voorstellingsvermogen’: hij vertelde verhalen over trips die wij totaal niet herkenden. Hij had in de bus altijd de gitaar bij zich. Dan zongen we met zijn allen blues.”
De kwaliteiten van de vroeg gestopte volleyballer Bram Vermeulen werden dikker aangezet naarmate de tijd vorderde. Dat ervoer Hidde van der Ploeg toen hij een bijdrage moest leveren aan een herdenkingsprogramma van de RVU: “De regisseur probeerde me te laten bevestigen dat Bram Vermeulen de Johan Cruyff onder de volleyballers was. Ik liet het bij: ‘Op het volleybalveld een energieke onverstoorbare elegante danser’.”
Meedoen aan leuke dingen
“Het moet ons kampioenschap in 1987 of 1988 geweest zijn dat we Bram vroegen mee te doen.” Bert Goedkoop haalt zich de ‘comeback’ van Bram Vermeulen voor de geest: “Marco Brouwers en ik waren grote fan van Neerlands Hoop. We hadden altijd bandjes bij ons, die we op trainingsstages draaiden. We ontmoetten Bram weleens bij café Eijlders op het Leidscheplein in Amsterdam. In die jaren werden we makkelijk kampioen en we bedachten dat het leuk zou zijn om Bram mee te laten doen in de kampioenswedstrijd. Trainer Arie Selinger was er meteen voor in. In Amerika is het heel normaal om celebreties een rol te geven. Bram ging meetrainen en bleek nog aardig te bewegen. We speelden in de beslissende wedstrijd tegen Orion. De laatste set deed Bram mee. Hij maakte het zich makkelijk door alleen maar hoge setups te geven aan de beste aanvaller: Zwerver. Zijn deelname leverde ons extra aandacht op. En die konden we wel gebruiken, want we werden in die tijd ongeslagen kampioen. Wel jammer was hoe Orion reageerde. Tijdens de wedstrijd ging het nog. Maar achteraf vertelden ze dat ze zich gekleineerd en belachelijk gemaakt voelden. Dat was onze bedoeling niet. Maar onze actie was nogal on-Nederlands. Hier moet je nog steeds niet je kop boven het maaiveld uitsteken.”
Nooit zien spelen
Bert Goedkoop hield contact met Bram Vermeulen: “Ik was begin jaren negentig trainer bij Maaseik. Bram trad vooral op in België. Daar heeft hij ook een jaar gewoond. Als hij optrad in de buurt ging ik kijken. Ik heb hem in de tijd dat hij een groot volleyballer was nooit zien spelen. Ik begon pas toen ik een jaar of zeventien was. Toen was Bram allang gestopt.”